Vertalingen rob EN>NL
1 to steal from (a person, place etc): “He robbed a bank / an old lady”nberoven2 (withof) to take (something) away from; to deprive of: “An accident robbed him of his sight at the age of 21.”beroven'robber (Zelfstandig naamwoord): “The bank robbers got away with nearly $50,000.”rover'robbery (Zelfstandig naamwoord)the act of robbing: “Robbery is a serious crime”diefstal to rob a bank or a person; to steal a watch, pencil, money etc.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to rob | bestelen (ww.) ; wegpakken (ww.) ; wegnemen (ww.) ; vervreemden (ww.) ; stelen (ww.) ; overvallen van een bank (ww.) ; overrompelen (ww.) ; ladelichten (ww.) ; kapen (ww.) ; inbreken (ww.) ; binnen breken (ww.) ; beroven (ww.) ; benemen (ww.) ; afnemen (ww.) |
rob | overvallen ; buitmaken ; zich vergrijpen aan ; uitplunderen ; stropen ; roven ; plunderen |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; MWB
Voorbeeldzinnen met `rob`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: break inEN: filchEN: lootEN: steal fromEN: thieveUitdrukkingen en gezegdes
EN: rob Peter to pay Paul
NL: een gat maken om het andere te stoppen