Vertalingen puzzle EN>NL
1 to perplex, baffle or bewilder: “The question puzzled them”voor een raadsel plaatsen2 to think long and carefully about a problem etc: “I puzzled over the sum for hours.”piekeren1 a problem that causes a lot of thought: “Her behaviour was a puzzle to him.”raadsel2 a kind of game or toy to test one's thinking, knowledge or skill: “a jig-saw puzzle”puzzel'puzzling (Bijvoeglijk naamwoord)difficult to understand: “a puzzling remark.”raadselachtigpuzzle outto solve (a problem etc).uitpluizen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to puzzle | puzzels oplossen (ww.) ; puzzelen (ww.) ; puzzel (ww.) ; probleem (ww.) ; plussen (ww.) ; hersenbreker (ww.) |
the puzzle | het raadsel ; het mysterie |
puzzle | verwisselen ; dooreenhalen ; verwarren ; verbluffen ; verbijsteren ; van zijn stuk brengen ; ontzetten ; ontstellen ; onthutsen |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB
Voorbeeldzinnen met `puzzle`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: baffleEN: bamboozleEN: bewilderEN: brainteaserEN: challengeEN: confoundEN: conundrumEN: mysteryEN: mystifyEN: perplexUitdrukkingen en gezegdes
EN: puzzle oneselves about, over
NL: z. het hoofd breken overEN: puzzle a thing out
NL: iets uitpuzzelenEN: be
puzzled
NL: onzeker zijn, in de war zijn