Vertaal
Naar andere talen: • provoke > DEprovoke > ESprovoke > FR
Vertalingen provoke EN>NL

1 to make angry or irritated: “Are you trying to provoke me?”
uitdagen

2 to cause: “His words provoked laughter.”
veroorzaken

3 to cause (a person etc) to react in an angry way: “He was provoked into hitting her.”
zo kwaad maken dat

provocation (Zelfstandig naamwoord)

the act of provoking or state of being provoked.
provocatie

pro'vocative (Bijvoeglijk naamwoord)

likely to rouse feeling, especially anger or sexual interest: “provocative remarks”
uitdagend

pro'vocatively (Bijwoord)

uitdagend
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to provoke ophitsen (ww.) ; verwekken (ww.) ; uitlokken (ww.) ; uitdagen (ww.) ; treiteren (ww.) ; tergen (ww.) ; tarten (ww.) ; sarren (ww.) ; provoceren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; plagen (ww.) ; pesten (ww.) ; ontlokken (ww.) ; narren (ww.) ; kwellen (ww.) ; koeioneren (ww.) ; instigeren (ww.) ; aanzetten tot (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.)
provoke aanstoken ; uittarten ; op stang jagen ; irriteren
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `provoke`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: alienate
EN: annoy
EN: drive
EN: egg on
EN: get your back up
EN: goad
EN: incite
EN: inflame
EN: irritate
EN: motivate