Vertaal
Naar andere talen: • pierce > DEpierce > ESpierce > FR
Vertalingen pierce EN>NL

1 (of pointed objects) to go into or through (something): “The arrow pierced his arm”
doorboren

2 to make a hole in or through (something) with a pointed object: “Pierce the lid before removing it from the jar.”
een gaatje maken in

'piercing (Bijvoeglijk naamwoord)

1 loud; shrill: “a piercing scream.”
doordringend

2 (of cold weather, winds etc) sharp; intense: “a piercing wind”
snijdend

3 looking intently or sharply as though able to see through things: “piercing eyes”
doordringend

'piercingly (Bijwoord)

doordringend, snijdend

'piercingness (Zelfstandig naamwoord)

doordringendheid
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to pierce doorboren (ww.) ; doordringen (ww.) ; doorprikken (ww.) ; gaatjes maken in (ww.) ; gat snijden (ww.) ; openprikken (ww.) ; opensteken (ww.) ; penetreren (ww.) ; perforeren (ww.) ; priemen (ww.) ; stampen (ww.) ; uitstampen (ww.)
pierce doorsteken in de zin van perforeren
Bronnen: interglot; Vlietstra; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `pierce`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: jab
EN: penetrate
EN: pepper
EN: perforate
EN: prick
EN: puncture
EN: stab
EN: stick in