Vertaal
Naar andere talen: • love > DElove > ESlove > FR
Vertalingen love EN>NL

1 a feeling of great fondness or enthusiasm for a person or thing: “She has a great love of music”
liefde

2 strong attachment with sexual attraction: “They are in love with one another.”
liefde

3 a person or thing that is thought of with (great) fondness (used also as a term of affection): “Ballet is the love of her life”
lieverd, passie

4 a score of nothing in tennis: “The present score is fifteen love (written 15†“0).”
nul

1 to be (very) fond of: “She loves her children dearly.”
houden van

2 to take pleasure in: “They both love dancing.”
houden van

'lovable (Bijvoeglijk naamwoord)

(negativeunlovable) easy to love or like; attractive: “a lovable child.”
lief

'lovely (Bijvoeglijk naamwoord)

1 (negativeunlovely) beautiful; attractive: “She is a lovely girl”
mooi

2 delightful: “Someone told me a lovely joke last night, but I can't remember it”
heerlijk

'loveliness (Zelfstandig naamwoord)

schoonheid

'lover (Zelfstandig naamwoord)

1 a person who enjoys or admires or has a special affection for something: “an art-lover”
liefhebber

2 a person who is having a love affair with another.
minnaar

'loving (Bijvoeglijk naamwoord)

liefdevol

'lovingly (Bijwoord)

liefdevol

love affair

a (temporary and often sexual) relationship between two people who are in love but not married.
liefdesverhouding

'love-letter (Zelfstandig naamwoord)

a letter expressing love.
liefdesbrief

'lovesick (Bijvoeglijk naamwoord)

sad because of being in love: “a lovesick youth”
smachtend van liefde

fall in love (with)

to develop feelings of love and sexual attraction (for): “He fell in love with her straightaway.”
verliefd worden (op)

for love or money

in any way at all: “We couldn't get a taxi for love or money.”
voor geen geld of goeie woorden

make love

to have sexual intercourse.
de liefde bedrijven

there's no love lost between them

they dislike one another.
zij kunnen elkaar niet luchten
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to love plezieren (ww.) ; kindlief (ww.) ; liefde (ww.) ; liefhebben (ww.) ; liefje (ww.) ; liefkozen (ww.) ; liefste (ww.) ; lieveling (ww.) ; lieverd (ww.) ; minnekozen (ww.) ; minnen (ww.) ; houden van (ww.) ; poepje (ww.) ; schat (ww.) ; schatje (ww.) ; schattebout (ww.) ; scheetje (ww.) ; snoepje (ww.) ; snoes (ww.) ; vriendin (ww.) ; vrijen (ww.) ; gelieven (ww.) ; geliefde (ww.) ; duifje (ww.) ; de liefde bedrijven (ww.) ; bevallen (ww.) ; beminnen (ww.) ; beminde (ww.) ; behagen (ww.) ; aanstaan (ww.)
the lovede kostbaarheid (v) ; de genegenheid (v) ; de innigheid (v)
love lieve ; affectie ; verzot zijn op ; sexuele hartstocht ; min ; gek zijn op ; duurte ; dol zijn op
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `love`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: admiration
EN: admire
EN: adulation
EN: be keen on
EN: be mad about
EN: be passionate about
EN: care
EN: esteem
EN: fondness
EN: friendliness

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: send one's love to NL: de groeten doen
EN: for the love of God NL: om Gods wil
EN: not to be had for love or money NL: voor geen geld of goede woorden te krijgen
EN: marry for love NL: uit liefde trouwen
EN: play for love NL: om de keizer zijn baard spelen
EN: labour of love NL: werk van naastenliefde NL: werk waarin men opgaat
EN: there's no love lost between them NL: ze hebben niet veel met elkaar op
EN: be in love with NL: verliefd zijn op
EN: fall in love NL: verliefd worden
EN: love in a cottage NL: wél getrouwd, maar een pover bestaan
EN: make love NL: vrijen
EN: love of order NL: ordelievendheid
EN: love all NL: nul-nul (sp.)
EN: love game NL: een, twee etc. -nul (sp.)
EN: two love NL: twee-nul (sp.)
EN: love will find a way NL: liefde zoekt list
EN: old love lies deep NL: oude liefde roest niet
EN: out of love NL: uit liefde