Vertalingen loosen EN>NL
to loosen | afschroeven (ww.) ; detacheren (ww.) ; los worden (ww.) ; losdraaien (ww.) ; losgaan (ww.) ; losknopen (ww.) ; loskrijgen (ww.) ; losmaken (ww.) ; losschroeven (ww.) ; lossen (ww.) ; loswerken (ww.) ; ontknopen (ww.) ; openen ; openschroeven (ww.) ; scheiden (ww.) |
loosen | losser maken |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Diving dictionary; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `loosen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: relaxUitdrukkingen en gezegdes
EN: loosen up
NL: loskomen, vrij uitpraten NL: opdokken