1. MWB
  2. Vertalen
  3. lash (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • lash > DE • lash > ES • lash > FR
Vertalingen lash EN>NL

1 an eyelash: “She looked at him through her thick lashes.”
wimper

2 a stroke with a whip etc: “The sailor was given twenty lashes as a punishment.”
zweepslag

3 a thin piece of rope or cord, especially of a whip: “a whip with a long, thin lash.”
zweepkoord

1 to strike with a lash: “He lashed the horse with his whip.”
geselen

2 to fasten with a rope or cord: “All the equipment had to be lashed to the deck of the ship.”
vastsnoeren

3 to make a sudden or restless movement (with) (a tail): “The tiger crouched in the tall grass, its tail lashing from side to side.”
zwiepen

4 (of rain) to come down very heavily.
striemen

lash out

to hit out violently: “He lashed out with his fists.”
heftig slaan
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to lash sjorren (ww.)
the lashhet aftuigen ; de zweepslag ; de wimper ; het vastsjorren ; het vastbinden ; het toetakelen ; het in elkaar timmeren ; de handslag (m) ; het afrossen ; het afranselen ; het aframmelen
LASH (Afkorting) LASH (Afkorting)
lash geselen ; vastsnoeren ; speling ; riem
Bronnen: Vlietstra; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `lash`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: blow

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: under the lash of NL: onder de plak van