1 a narrow road or street: “a winding lane.”
laantje

2 used in the names of certain roads or streets: “His address is 12 Penny Lane.”
laan

3 a division of a road for one line of traffic: “The new motorway has three lanes in each direction.”
rijbaan

4 a regular course across the sea taken by ships: “a regular shipping lane.”
vaarweg
© K Dictionaries Ltd.

the lane	het jaagpad ; het wegeltje ; de vaargeul ; het trekpad ; het straatje ; rijvlak (znw.) ; de pad ; het paadje ; de landweg (m) ; de laan ; de geul ; de gang (m) ; de dreef ; de buitenweg (m)
lane	kanaal ; strook ; steeg ; rijstrook ; laan

Bronnen: interglot; MWB; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




EN: tow path

Let op; `lane` wordt wel in US-Engels gebruikt maar niet of zelden in UK-Engels. In UK-Engels gebruikt men `carriageway` In US-Engels gebruikt men `lane`

EN: it is a long lane that has no turning NL: 't wordt nog wel eens anders
EN: form a lane NL: z. in dubbele rij opstellen (met opening)
EN: acceleration lane NL: invoegstrook
EN: deceleration lane NL: uitrijstrook
EN: pedestrians lane NL: oversteekplaats (voor voetgangers)
EN: lane markings NL: rijstrookmarkering