Vertaal
Naar andere talen: • jolt > DEjolt > ESjolt > FR
Vertalingen jolt EN>NL

1 to move jerkily: “The bus jolted along the road.”
voortschokken

2 to shake or move suddenly: “I was violently jolted as the train stopped.”
schokken

1 a sudden movement or shake: “The car gave a jolt and started.”
schok

2 a shock: “He got a jolt when he heard the bad news.”
schok
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to jolt hobbelen (ww.) ; laten schrikken (ww.) ; schokken (ww.) ; schuddend op en neer gaan (ww.) ; stoten (ww.)
the joltde ruk ; de schok
jolt stoot
Bronnen: interglot; Vlietstra


Voorbeeldzinnen met `jolt`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: bounce
EN: frighten
EN: jar
EN: jerk