Vertaal
Naar andere talen: • jail > DEjail > ESjail > FR
Vertalingen jail EN>NL
(a) prison: “You ought to be sent to jail for doing that.”
gevangenis
to put in prison: “He was jailed for two years.”
gevangenzetten

'jailer (Zelfstandig naamwoord)

a person who has charge of a jail or of prisoners: “The jailer was knocked unconscious in the riot.”
cipier

'jailbird (Zelfstandig naamwoord)

a person who is or has often been in jail.
bajesklant

to put a criminal in jail or gaol (not goal).

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the jailde bak (m) ; de gevangenis
jail gevangen zetten ; kerker ; nor ; opsluiten
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `jail`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: detain
EN: detention centre
EN: incarcerate
EN: intern
EN: lock away
EN: lock up
EN: penal complex
EN: penitentiary
EN: put in prison
EN: put inside

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; `jail` wordt wel in US-Engels gebruikt maar niet of zelden in UK-Engels.
In UK-Engels gebruikt men `gaol`
In US-Engels gebruikt men `jail`