1. MWB
  2. Vertalen
  3. infect (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • infect > DE • infect > ES • infect > FR
Vertalingen infect EN>NL
to fill with germs that cause disease; to give a disease to: “You must wash that cut on your knee in case it becomes infected”
besmetten

in'fection (Zelfstandig naamwoord)

1 the process of infecting or state of being infected: “You should wash your hands after handling raw meat to avoid infection.”
besmetting

2 a disease: “a throat infection.”
infectie

in'fectious (Bijvoeglijk naamwoord)

likely to spread to others: “Measles is an infectious disease.”
besmettelijk

in'fectiously (Bijwoord)

besmettelijk
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to infect aansteken (ww.) ; besmetten (ww.) ; infecteren (ww.) ; vergiftigen (ww.) ; verpesten (ww.)
infect infecteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `infect`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: taint