1 in the event that; on condition that: “He will have to go into hospital if his illness gets any worse”
als, indien

2 supposing that: “If he were to come along now, we would be in trouble.”
als, gesteld dat

3 whenever: “If I sneeze, my nose bleeds.”
als

4 although: “They are happy, if poor.”
al

5 whether: “I don't know if I can come or not.”
of

if 'only

I wish that: “If only I were rich!”
als ... maar
© K Dictionaries Ltd.

if	als ; indien ; mits ; of ; ofwel ; onder voorwaarde dat
IF (Afkorting)	IF (Afkorting) ; immunofluorescentie ; internationale organisatie ; Investeringsfaciliteit ; middenfrequentie
IF (afk.)	middenfrequent ; tussenfrequentie
if	hetzij ; ingeval ; wanneer

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; Wakefield genealogy pages




EN: in case

EN: she is 30 if she is a day NL: zij is minstens 30
EN: if ifs and ans were pots and pans NL: as is verbrande turf
EN: if not well to do, he is not poor NL: al is hij dan niet rijk, toch is hij ook niet arm
EN: if not ... NL: zo niet, dan...
EN: if so ... NL: zo ja, dan...
EN: he won't succeed, if he's ever so clever NL: hij zal niet slagen, ook al is hij nog zo slim
EN: if he has not done this! NL: daar heeft hij zowaar dit gepresteerd!
EN: as if he didn't know NL: alsof hij het niet wist
EN: if anything NL: wat je ook doet
EN: if only NL: als .... maar