Vertalingen hook EN>NL
1 a small piece of metal shaped like a J fixed at the end of a fishing-line used for catching fish etc: “a fish-hook.”vishaak2 a bent piece of metal etc used for hanging coats, cups etc on, or a smaller one sewn on to a garment, for fastening it: “Hang your jacket on that hook behind the door”haak3 in boxing, a kind of punch with the elbow bent: “a left hook.”hoek1 to catch (a fish etc) with a hook: “He hooked a large salmon.”vangen2 to fasten or to be fastened by a hook or hooks: “He hooked the ladder on (to the branch)”vasthaken, aanhaken, aan elkaar haken3 in golf, to hit (the ball) far to the left of where it should be (or to the right if one is left-handed).misslag in golfspelhooked (Bijvoeglijk naamwoord)1 curved like a hook: “a hooked nose.”hoekig2 (withon) slang for very interested in, or showing a great liking for; addicted to: “He's hooked on modern art”hangen aan, verslaafd zijn aan iets of iemandby hook or by crookby some means or another; in any way possible: “I'll get her to marry me, by hook or by crook.”verslaafd aan iets of iemandoff the hookfree from some difficulty or problem: “If he couldn't keep the terms of the contract, he shouldn't have signed it †“ I don't see how we can get him off the hook now.”uit de problemen, uit de puree (helpen)© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to hook | vasthaken (ww.) |
the hook | de weerhaak (m) ; de vishaak (m) ; het schuilhoekje ; ophanghaak (znw.) ; de hoekstoot (m) ; het hoekje ; de hoek (m) ; de haak (m) ; de angel (m) |
hook | spang ; vishaak ; agrafe ; slot ; schraapijzer ; krom ; haken ; haakvormig ; haakje ; haak ; grijper ; dreg ; contacthaak |
Bronnen: Vlietstra; interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hook`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: barbUitdrukkingen en gezegdes
EN: by
hook or by crook
NL: eerlijk of oneerlijk, hoe dan ookEN: drop off the
hooks
NL: er tussen uit knijpen (sterven)EN: on one's own
hook
NL: op z'n eigen houtjeEN: keep a person on the
hook
NL: iemand aan het lijntje houdenEN: sling, take one's
hook
NL: 'm smerenEN: hook it
NL: 'm smerenEN: hook in, up
NL: vasthaken, aan de haak slaanEN: hook on
NL: aanhaken, in elkaar haken