Vertalingen hasten EN>NL
to hasten | reppen (ww.) ; zich spoeden (ww.) ; zich haasten (ww.) ; vliegen (ww.) ; versnellen (ww.) ; verhaasten (ww.) ; tempo maken (ww.) ; spoeden (ww.) ; snellen (ww.) ; accelereren (ww.) ; opschieten (ww.) ; opjagen (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; ijlen (ww.) ; haasten (ww.) ; bespoedigen (ww.) |
Bronnen: interglot; MWBVoorbeeldzinnen met `hasten`

Voorbeeldzinnen laden....