Vertalingen hail EN>NL
| to hail | aanroepen (ww.) ; begroeten (ww.) ; gedag zeggen (ww.) ; groeten (ww.) ; hagelen (ww.) ; praaien (ww.) ; toejuichen (ww.) ; verwelkomen (ww.) ; welkom heten (ww.) |
| the hail | de hagel (m) |
| hail | hagel |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hail`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: frozen rainEN: hailstonesEN: welcomeUitdrukkingen en gezegdes
EN: he
hails from
NL: hij komt vanEN: be
hail fellow(-well-met)
NL: goede maatjes zijn