Vertalingen group EN>NL
1 a number of persons or things together: “a group of boys.”groep2 a group of people who play or sing together: “a pop group”groepto form into a group or groups: “The children grouped round the teacher.”zich groeperen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to group | ordenen (ww.) ; classificeren (ww.) ; drom (ww.) ; gezelschap (ww.) ; groep (ww.) ; groep mensen (ww.) ; groeperen (ww.) ; indelen (ww.) ; klasse (ww.) ; massa (ww.) ; menigte (ww.) ; mensenmassa (ww.) ; oploopje (ww.) ; classificatie (ww.) ; partij (ww.) ; ploeg (ww.) ; rangeren (ww.) ; rangschikken (ww.) ; samenkomst (ww.) ; schiften (ww.) ; sorteren (ww.) ; systematiseren (ww.) ; team (ww.) ; toeloop (ww.) ; troep (ww.) ; uitzoeken (ww.) ; categorie (ww.) ; arrangeren (ww.) ; aantal personen bijeen (ww.) |
the group | de verzameling (v) |
group | bende ; are ; bouwcomplex ; bus ; combinatie ; concern ; drift ; functionele groep ; groep ; groepering ; hoop ; kudde ; leerstoelgroep ; platenstel ; politieke fractie ; radicaal ; rubriek ; schare ; school ; set ; stel ; zwerm |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra
Voorbeeldzinnen met `group`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: agencyEN: alignmentEN: allianceEN: assemblageEN: associationEN: assortmentEN: bandEN: batchEN: bevyEN: bloc