Vertalingen fifty EN>NL
1 the number or figure 50.vijftig2 the age of 50.vijftig1 50 in number.vijftig2 aged 50.vijftig'fifties (noun plural)1 the period of time between one's fiftieth and sixtieth birthdays.in de vijftig2 the range of temperatures between fifty and sixty degrees.tussen de vijftig en zestig3 the period of time between the fiftieth and sixtieth years of a century.de jaren vijftig'fiftieth (Zelfstandig naamwoord)1 one of fifty equal parts.vijftigste2 (also adjective) (the) last of fifty (people, things etc); (the) next after the forty-ninth.vijftigstefifty-having fifty (of something): “a fifty-page book.”van vijftig'fifty-year-old (Zelfstandig naamwoord)a person or animal that is fifty years old.vijftigjarige(of a person, animal or thing) that is fifty years old.vijftigjarig'fifty-'fifty (Bijwoord)half and half: “We'll divide the money fifty-fifty.”in tweea anequal: “a fifty-fifty chance.”gelijk© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `fifty`

Voorbeeldzinnen laden....