Vertalingen dine EN>NL
to have dinner: “We shall dine at half-past eight.”dineren'diner (Zelfstandig naamwoord)1 a person who dines: “The diners ran from the restaurant when the fire started.”eter, gast2 a restaurant car on a train.restauratiewagen3 (American) a small inexpensive restaurant.eethuisje, klein restaurant aan de kant van de weg'dining-room (Zelfstandig naamwoord)a room used mainly for eating in.eetkamer'dining table (Zelfstandig naamwoord)a table round which people sit to eat.eettafeldine onto have for one's dinner: “They dined on lobster and champagne.”als maal gebruikendine outto have dinner somewhere other than one's own house eg in a restaurant or at the house of friends etc.uit eten gaan© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to dine | consumeren (ww.) ; dineren (ww.) ; eten (ww.) ; gebruiken (ww.) ; nuttigen (ww.) ; opeten (ww.) ; oppeuzelen (ww.) ; schaften (ww.) ; souperen (ww.) ; tafelen (ww.) ; tot zich nemen (ww.) ; uitgebreid eten (ww.) ; verorberen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dine`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: supUitdrukkingen en gezegdes
EN: dine on, off
NL: zijn middagmaal doen metEN: dine out
NL: buitenshuis dinerenEN: dine with Duke Humphrey
NL: het zonder middageten stellen