Vertalingen crisp EN>NL
1 stiff and dry enough to break easily: “crisp biscuits.”bros2 (of vegetables etc) firm and fresh: “a crisp lettuce.”stevig3 (of manner, speech etc) firm and clear.zelfverzekerdshort for potato crisp.'crisply (Bijwoord)bondig, zelfverzekerd'crispness (Zelfstandig naamwoord)brosheid, stevigheid, zelfverzekerdheid'crispy (Bijvoeglijk naamwoord)bros© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to crisp | kroezen (ww.) |
crisp | bros ; croquant ; knappend ; knapperig ; brokkelig ; broos ; krokant |
Bronnen: interglot; Autowoordenboek; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `crisp`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: crumblyUitdrukkingen en gezegdes
EN: crisps
NL: chips