Vertalingen confuse EN>NL
1 to put in disorder: “He confused the arrangements by arriving late.”verwarren2 to mix up in one's mind: “I always confuse John and his twin brother.”verwarren3 to make puzzled: “He completely confused me by his questions.”verwarrencon'fused (Bijvoeglijk naamwoord)1 mixed up: “The message I received was rather confused.”verward2 mixed up in the mind: “in a confused state of mind.”verwardcon'fusedly (Bijwoord)verwardcon'fusion (Zelfstandig naamwoord)verwarring© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to confuse | dooreenhalen (ww.) ; duizelen (ww.) ; in de war brengen (ww.) ; in de war maken (ww.) ; met elkaar verwarren (ww.) ; verbijsteren (ww.) ; verwarren (ww.) ; verwisselen (ww.) |
confuse | van zijn stuk brengen |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `confuse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: agitateEN: baffleEN: bamboozleEN: befuddleEN: bemuseEN: bewilderEN: botherEN: complicateEN: concealEN: confound