Vertaal
Naar andere talen: • boot > DEboot > ESboot > FR
Vertalingen boot EN>NL

1 a covering for the foot and lower part of the leg, usually made of leather etc: “a pair of suede boots.”
laars

2 (Americantrunk) a place for luggage in a motor-car etc.
koffer
to kick: “He booted the ball out of the goal.”
trappen

give

to dismiss (someone) or to be dismissed (usually from a job): “He got the boot for always being late.”
de bons geven, krijgen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to boot opstarten (ww.) ; booten (ww.)
the bootde schoen (m) ; de laars (v) ; de kofferruimte (v) ; de kofferbak (m) ; de koffer (m) ; de duikschoen (m) ; het botje ; de bot (v) ; de bagageruimte (v) ; de achterbak (m)
boot plantschaar ; zelfstart ; rubberen hoes ; rubberen balg in de zin van stofhoes ; bagageruimte ; plantkouter ; mof ; manchet ; laars ; kofferruimte ; initialisatie ; hoge schoen ; hoge ; hoes in de zin van manchet ; feeder ; bottine ; booten ; beschermkous ; belt
Bronnen: KDE opensourcesoftware; Vlietstra; MWB; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek; interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `boot`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: dribble
EN: lash out
EN: punt
EN: put the boot in
EN: trunk

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt.
In UK-Engels gebruikt men `boot `
In US-Engels gebruikt men `trunk`
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: the boot is on the other leg NL: het is precies andersom
EN: get the boot NL: zijn congé krijgen
EN: over shoes over boots NL: evengoed veel als weinig riskeren
EN: to boot NL: op de koop toe