Vertalingen boom EN>NL
to boom | knallen (ww.) ; bloeien (ww.) ; brullen (ww.) ; bulderen (ww.) ; daveren (ww.) ; donderen (ww.) ; dreun (ww.) ; dreunen (ww.) ; explosie (ww.) ; hausse (ww.) ; klap (ww.) ; knal (ww.) ; blaffen (ww.) ; kwak (ww.) ; ontlading (ww.) ; ontploffing (ww.) ; plotselinge uitbarsting (ww.) ; rijzing (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; smak (ww.) ; toename (ww.) ; tot hoogconjunctuur komen (ww.) ; vooruitgang (ww.) ; vordering (ww.) ; bam (ww.) |
the boom | de plof (m) ; de hoogconjunctuur (v) ; de bloei (m) |
boom | arm ; antennedrager ; arm in oversteek ; balk ; boom ; drijfbalken ; drijvend oliescherm ; giek ; hausse ; hoogconjunctuur ; kraangiek ; spriet ; spuitboom ; statief ; stijging ; trolleystang ; trolliestang ; vanghaak ; vlottende versperringsgordel ; zwenkarm |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Autowoordenboek; MWB; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; members.home.nl/jmspijkerman/
Voorbeeldzinnen met `boom`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: risingUitdrukkingen en gezegdes
EN: sonic
boom
NL: knal bij het doorbreken van de geluidsbarrière