Vertalingen blow up EN>NL
to blow up | opkloppen (ww.) ; zich met geweld losbreken (ww.) ; uit elkaar springen (ww.) ; uit elkaar spatten (ww.) ; springen (ww.) ; ploffen (ww.) ; overdrijven (ww.) ; overdreven voorstellen (ww.) ; opwaaien (ww.) ; opschroeven (ww.) ; opblazen (ww.) ; ontploffen (ww.) ; losbreken (ww.) ; iets overdreven voorstellen (ww.) ; dynamiteren (ww.) ; aandikken (ww.) |
blow up | exploderen ; verergeren ; laten springen ; laten ontploffen |
Bronnen: interglot; Autowoordenboek; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `blow up`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: blastEN: burstEN: burst outEN: destroyEN: detonateEN: explodeEN: fill with airEN: go offEN: pump upEN: wreck