Vertaal
Naar andere talen: • blame > DEblame > ESblame > FR
Vertalingen blame EN>NL

1 to consider someone or something responsible for something bad: “I blame the wet road for the accident.”
de schuld geven aan

2 to find fault with (a person): “I don't blame you for wanting to leave.”
kwalijk nemen
the responsibility (for something bad): “He takes the blame for everything that goes wrong.”
schuld

'blameless (Bijvoeglijk naamwoord)

innocent: “a blameless life.”
onberispelijk
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to blame aanrekenen (ww.) ; wijten (ww.) ; waarschuwen (ww.) ; voorhouden (ww.) ; verwijten (ww.) ; vermanen (ww.) ; terechtwijzen (ww.) ; nadragen (ww.) ; manen (ww.) ; kwalijk nemen (ww.) ; gispen (ww.) ; de schuld geven (ww.) ; blameren (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; berispen (ww.) ; aanmerken (ww.)
the blamehet verwijt ; de terechtwijzing (v) ; het standje ; de schuld (v) ; de reprimande ; de lering (v) ; gisping (znw.) ; de blaam ; de berisping (v)
blame beknorren ; toeschrijven ; toerekenen ; toedichten ; betichten
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot


Voorbeeldzinnen met `blame`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: accountability
EN: charge
EN: culpability
EN: fault
EN: indict
EN: lay blame on
EN: liability
EN: point the finger at
EN: reproof

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: you are to blame NL: het is uw schuld