Vertaal
Naar andere talen: • bite > DEbite > ESbite > FR
Vertalingen bite EN>NL


to seize, grasp or tear (something) with the teeth or jaws: “The dog bit his leg”
bijten

1 an act of biting or the piece or place bitten: “a bite from the apple”
hap, beet

2 the nibble of a fish on the end of one's line: “I've been fishing for hours without a bite.”
beet

'biting (Bijvoeglijk naamwoord)

1 very cold and causing discomfort: “a biting wind.”
bijtend

2 wounding or hurtful: “a biting remark.”
scherp

bite the dust

to fail; to be unsuccessful: “That's another scheme that's bitten the dust.”
in het zand bijten
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to bite toesnauwen (ww.) ; aanbijten (ww.) ; bijten (ww.) ; dichtbijten (ww.) ; happen (ww.) ; in een hap en een snap (ww.) ; knauw (ww.) ; mondvol (ww.) ; snap (ww.) ; snerpen (ww.) ; toebijten (ww.) ; toehappen (ww.)
the bitede steek ; de hap (m) ; de beet (m)
BITE (Afkorting) BITE (Afkorting)
bite walsspleet ; woorddeel ; knauwen ; beitsen ; ezelsoor ; grijpen ; grijpzone tussen 2 rollen ; hapje ; hechting ; hondebeet ; ingraven ; beet ; morsus ; occlusio ; snijdiepte ; spanjolen ; spleet tussen rollen ; vouw ; vreterij
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; MWB


Voorbeeldzinnen met `bite`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: cut

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: bite one's lips NL: z. verbijten
EN: bite off more than one can chew NL: te veel hooi op zijn vork nemen
EN: the anchor bites NL: het anker pakt
EN: what is biting you? NL: wat is er aan de hand?
EN: once bitten, twice shy NL: een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen
EN: he is bitten with the craze NL: de rage heeft hem te pakken
EN: bite off a person's head NL: iemand afsnauwen