Vertaal
Naar andere talen: • begin > DEbegin > ESbegin > FR
Vertalingen begin EN>NL
to come or bring, into being, to start: “He began to talk”
beginnen

be'ginning (Zelfstandig naamwoord)

begin

be'ginner (Zelfstandig naamwoord)

someone who is just learning how to do something: “'Does he paint well?' 'He's not bad for a beginner'.”
beginneling

to begin with

1 at first: “I didn't like him to begin with, but now he's one of my best friends.”
om te beginnen

2 firstly: “There are many reasons why I don't like her �� to begin with, she doesn't tell the truth.”
ten eerste
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to begin aanbinden (ww.) ; aanbreken (ww.) ; aanknopen (ww.) ; aanvangen (ww.) ; beginnen (ww.) ; engageren (ww.) ; erbij betrekken (ww.) ; inluiden (ww.) ; intreden (ww.) ; inviteren (ww.) ; inzetten (ww.) ; starten (ww.) ; uitnodigen (ww.)
begin een aanvang nemen ; ingaan
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot


Voorbeeldzinnen met `begin`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: commence
EN: fire up
EN: get going
EN: inaugurate
EN: initiate
EN: instigate
EN: open
EN: originate
EN: set off
EN: set up

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: I didn't begin to understand her NL: ik begreep haar absoluut niet