Vertalingen bark EN>NL
to bark | schreeuwen (ww.) ; keffen (ww.) ; huilen (ww.) ; daveren (ww.) ; bulderen (ww.) ; brullen (ww.) ; blaffen (ww.) ; beginnen te blaffen (ww.) ; bassen (ww.) ; aanslaan (ww.) |
the bark | het zeilschip met 3+ masten ; de schors ; de dop ; de boomschors ; de bast ; de bark (zeilschip) |
bark | bark ; schuit ; schors ; korst ; bast |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; KNNV Botanical glossary; MWB; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bark`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: tanEN: yapEN: yelpUitdrukkingen en gezegdes
EN: bark up the wrong tree
NL: aan het verkeerde adres zijn (figuurlijk)