1. MWB
  2. Vertalen
  3. authority (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • authority > DE • authority > ES • authority > FR
Vertalingen authority EN>NL

1 the power or right to do something: “He gave me authority to act on his behalf.”
machtiging

2 a person who is an expert, or a book that can be referred to, on a particular subject: “He is an authority on Roman history.”
autoriteit

3 (usually in plural) the person or people who have power in an administration etc: “The authorities would not allow public meetings.”
overheid

4 a natural quality in a person which makes him able to control and influence people: “a man of authority.”
gezag

au'thori'tarian (Bijvoeglijk naamwoord)

considering obedience to authority more important than personal freedom: “an authoritarian government.”
autoritair

au'thoritative (Bijvoeglijk naamwoord)

said or written by an expert or a person in authority: “an authoritative opinion.”
gezaghebbend
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the authorityhet mandaat ; de heerschappij (v) ; de instantie (v) ; de kracht ; de lastbrief (m) ; de lastgeving (v) ; de licentie (v) ; de macht ; de machtiging (v) ; het gezagsorgaan ; de procuratie (v) ; de specialist (m) ; de toestemming (v) ; vakkundige (znw.) ; de vergunning (v) ; het vermogen ; de volmacht ; de gezagsdrager (m) ; de gezaghebber (m) ; het gezag ; geven van volmacht (znw.) ; het fiat ; de expert (m) ; de deskundige ; de bevoegdheid (v) ; bevoegd zijn (znw.) ; de autoriteit (v) ; de autorisatie (v)
Authority autoriteit ; verordenend overheidsorgaan ; overheid ; gezag ; bevoegde instantie
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwwoordenboek; Vlietstra


Voorbeeldzinnen met `authority`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: clout
EN: command
EN: control
EN: dominance
EN: expert
EN: influence
EN: muscle
EN: rule
EN: supremacy
EN: sway