1. MWB
  2. Vertalen
  3. apart (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • apart > DE • apart > ES • apart > FR
Vertalingen apart EN>NL
separated by a certain distance: “The trees were planted three metres apart”
uit elkaar

apart from

except for: “I can't think of anything I need, apart from a car.”
behalve

come apart

to break into pieces: “The book came apart in my hands.”
uit elkaar vallen

take apart

to separate (something) into the pieces from which it is made: “He took the engine apart.”
uit elkaar halen

tell apart

to recognize the difference between; to distinguish: “I cannot tell the twins apart.”
uit elkaar houden
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
apart op zichzelf staand ; vrijstaand ; vaneen ; van elkander ; van elkaar ; uitelkaar ; uiteengevallen ; uiteengegaan ; uiteen ; uit elkander ; uit elkaar ; separaat ; opgeheven ; op zich ; ontbonden ; losstaand ; los van elkaar ; gescheiden ; apart ; alleenstaand ; afzonderlijk ; afgezonderd ; terzijde ; los ; bijzonder
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `apart`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: dissolved

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: apart from NL: afgezien van
EN: joking apart NL: zonder gekheid