Vertaal
Naar andere talen: • anchor > DEanchor > ESanchor > FR
Vertalingen anchor EN>NL

1 something, usually a heavy piece of metal with points which dig into the sea-bed, used to hold a boat in one position.
anker

2 something that holds someone or something steady.
plechtanker
to hold (a boat etc) steady (with an anchor): “They have anchored (the boat) near the shore”
(ver)ankeren

'anchorage (Zelfstandig naamwoord)

a place which is safe, or used, for anchoring boats: “a sheltered anchorage.”
ankerplaats

at anchor

(of a ship) anchored: “The ship lay at anchor in the bay.”
voor anker
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to anchor afmeren (ww.) ; verankeren (ww.) ; vastmeren (ww.) ; vastmaken (ww.) ; vastleggen (ww.) ; vastbinden (ww.) ; toeverlaat (ww.) ; steunpilaar (ww.) ; steun (ww.) ; muuranker (ww.) ; meren (ww.) ; koppelen (ww.) ; ankeren (ww.) ; afhechten (ww.) ; aanmeren (ww.) ; aanleggen (ww.)
the anchorde verwijzing ; het anker
anchor anker ; voor anker gaan ; verankering ; het anker uitwerpen ; ankeren ; ankerbout ; anker in de zin van 'verankeringspunt'
Bronnen: interglot; KDE opensourcesoftware; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `anchor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: Moor