Vertalingen ancestor EN>NL
a person who was a member of one's family a long time ago and from whom one is descended.voorouderan'cestral (Bijvoeglijk naamwoord)voorouderlijk'ancestry (Zelfstandig naamwoord)a line of ancestors coming down to one's parents: “He is of noble ancestry.”afkomst© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the ancestor | hoofd van geslacht (znw.) ; de huisvader (m) ; de oervader (m) ; pater familias (znw.) ; de voorouder (m) ; de voorvader (m) |
ancestor | ascendant |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ancestor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: forefather