1 (also adjective) (of) the material of which the trunk and branches of trees are composed: “My desk is (made of) wood”
hout

2 (often in plural) a group of growing trees: “They went for a walk in the woods.”
bos

3 a golf-club whose head is made of wood.
golfclub met houten kop

'wooded (Bijvoeglijk naamwoord)

(of land) covered with trees: “a wooded hillside.”
bebost

'wooden (Bijvoeglijk naamwoord)

made of wood: “three wooden chairs.”
houten

'woody (Bijvoeglijk naamwoord)

1 covered with trees: “woody countryside.”
bosrijk

2 (of a smell etc) of or like wood.
bos-

'wood carving (Zelfstandig naamwoord)

the art of carving wood.
houtsnijwerk

'woodcut (Zelfstandig naamwoord)

a print made by pressing a block of wood with design cut on it onto paper.
houtsnede

'woodcutter (Zelfstandig naamwoord)

a person whose job is felling trees.
houthakker

'woodland (Zelfstandig naamwoord)

land covered with woods: “a stretch of woodland.”
bos

'woodlouse (Zelfstandig naamwoord)

a tiny creature with a jointed shell, found under stones etc.
pissebed

'woodpecker (Zelfstandig naamwoord)

a type of bird which pecks holes in the bark of trees, searching for insects.
specht

'wood pulp (Zelfstandig naamwoord)

pulp from wood that can be used for making paper.
houtpulp, houtstof

'woodwind (Zelfstandig naamwoord)

(in an orchestra, the group of people who play) wind instruments made of wood.
hout

'woodwork (Zelfstandig naamwoord)

1 the art of making things from wood; carpentry: “He did woodwork at school.”
houtbewerking

2 the wooden part of any structure: “The woodwork in the house is rotting.”
houtwerk

'woodworm (Zelfstandig naamwoord)

the larva of a certain type of beetle, which bores into wood and destroys it.
houtworm

out of the wood(s)

out of danger.
in veiligheid
© K Dictionaries Ltd.

the wood	het bos ; het hout ; het houtgewas
WOOD (Afkorting)	optical disc ; optische schijf
wood	bos ; hout ; woud ; xyleem

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Fietswoordenlijst




EN: coppice
EN: copse
EN: grove
EN: kindling
EN: lumber
EN: thicket
EN: timber

EN: be out of the wood NL: uit de moeilijkheden zijn
EN: don't halloo till you're out of the wood NL: men moet de dag niet prijzen voor het avond is
EN: from the wood NL: van het vat