Vertalingen win EN>NL
1 to obtain (a victory) in a contest; to succeed in coming first in (a contest), usually by one's own efforts: “He won a fine victory in the election”winnen, zegevieren2 to obtain (a prize) in a competition etc, usually by luck: “to win first prize”winnen, behalen3 to obtain by one's own efforts: “He won her respect over a number of years.”verwervena victory or success: “She's had two wins in four races.”overwinning'winner (Zelfstandig naamwoord)winnaar'winning (Bijvoeglijk naamwoord)1 victorious or successful: “the winning candidate.”zegevierend2 attractive or charming: “a winning smile.”innemend'winning-post (Zelfstandig naamwoord)in horse-racing, a post marking the place where a race finishes.eindpaalwin overto succeed in gaining the support and sympathy of: “At first he refused to help us but we finally won him over.”overhalenwin the dayto gain a victory; to be successful.de overwinning behalenwin throughto succeed in getting (to a place, the next stage etc): “It will be a struggle, but we'll win through in the end.”er doorheen komen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to win | behalen (ww.) ; overwinnen (ww.) ; te boven komen (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; verslaan (ww.) ; winnen (ww.) |
win | ontginnen ; overwinning ; verdienen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `win`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: overcomeUitdrukkingen en gezegdes
EN: win back
NL: er weer boven op komenEN: win by a head
NL: met een hoofdlengte winnenEN: win clear
NL: er in slagen zich vrij (los) te makenEN: win hands down
NL: gemakkelijk (op zijn sloffen) slagen, winnenEN: win out
NL: 't winnenEN: win a person over
NL: iemand op zijn hand krijgen, voor z. winnenEN: win one's spurs
NL: ridder worden NL: zijn sporen verdienenEN: win through
NL: te boven komen NL: zich er door heen slaan NL: met moeite bereikenEN: win one's way
NL: z. met moeite vooruitwerken, opwerkenEN: win upon a person
NL: iemand langzamerhand voor zich winnen