(alsowhilstwailst)

1 during the time that: “I saw him while I was out walking.”
terwijl

2 although: “While I sympathize, I can't really do very much to help.”
hoewel
a space of time: “It took me quite a while”
poos

while away

to pass (time) without boredom: “He whiled away the time by reading.”
verdoen

worth one's while

worth one's time and trouble: “It's not worth your while reading this book, because it isn't accurate.”
de moeite waard
© K Dictionaries Ltd.

the while	het tijdje ; het poosje ; de poos ; het momentje ; de een hele tijd (m)
while	terwijl ; zolang als ; zolang ; tussentijds ; terzelfder tijd ; staande ; ondertussen ; intussen ; inmiddels ; bij ; voor ; tijdens ; tijd ; onder ; gedurende

Bronnen: interglot; Wikipedia; MWB; Wakefield genealogy pages




EN: as long as

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: whilst US-spelling: while

EN: the while NL: onderwijl NL: terwijl
EN: for a while NL: even
EN: in a little while NL: zo meteen NL: spoedig
EN: once in a while NL: af en toe
EN: worth while NL: de moeite waard
EN: it's not worth the (my) while NL: het is (mij) de moeite niet waard
EN: while away the time NL: de tijd verdrijven, doorkomen