Vertalingen trumpet EN>NL
1 a brass musical wind instrument with a high, clear tone: “He plays the trumpet”trompet2 the cry of an elephant: “The elephant gave a loud trumpet.”trompetschreeuwto play the trumpet.trompet spelen'trumpeter nun a person who plays the trumpet.trompettistblow one's own trumpetto boast, praise oneself greatly etc.zijn eigen lof zingen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to trumpet | trompetten (ww.) ; veel drinken (ww.) |
the trumpet | de bazuin ; het blaasinstrument ; de klaroen ; de trompet (v) |
trumpet | de trompet steken ; harmonietrompet ; meertonige hoorn ; toeten ; toeteren ; trompet ; trompet spelen |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `trumpet`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: car hornUitdrukkingen en gezegdes
EN: the last
trumpet
NL: bazuin van het laatste oordeelEN: trumpet forth a man's praise
NL: iemands loftrompet steken