Vertalingen trounce EN>NL
to beat or defeat completely: “Our football team was trounced.”inmaken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to trounce | aframmelen (ww.) ; afranselen (ww.) ; afrossen (ww.) ; aftuigen (ww.) ; in elkaar timmeren (ww.) ; toetakelen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `trounce`

Voorbeeldzinnen laden....