Vertalingen shine EN>NL
1 to (cause to) give out light; to direct such light towards someone or something: “The light shone from the window”schijnen2 to be bright: “She polished the silver till it shone.”glimmen3 (past tense, past participleshined) to polish: “He tries to make a living by shining shoes.”poetsen4 (often withat) to be very good (at something): “He shines at games”uitblinken1 brightness; the state of being well polished: “He likes a good shine on his shoes”glans2 an act of polishing: “I'll just give my shoes a shine.”poetsbeurt'shining (Bijvoeglijk naamwoord)very bright and clear; producing or reflecting light; polished: “a shining star”glanzend'shiny (Bijvoeglijk naamwoord)glossy; reflecting light; polished: “a shiny cover on a book”glanzend'shininess (Zelfstandig naamwoord)glans© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to shine | schijnen (ww.) ; glinstering (ww.) ; gloed (ww.) ; glunderen (ww.) ; iets uitstralen (ww.) ; licht geven (ww.) ; licht schijnen (ww.) ; licht uitzenden (ww.) ; licht verspreiden (ww.) ; glinsteren (ww.) ; schijnsel (ww.) ; schitteren (ww.) ; schittering (ww.) ; sprankelen (ww.) ; stralen (ww.) ; straling (ww.) ; twinkelen (ww.) ; verlichten (ww.) ; glimmen (ww.) ; beschijnen (ww.) ; blaken (ww.) ; blinken (ww.) ; flakkering (ww.) ; flikkeren (ww.) ; flikkering (ww.) ; fonkelen (ww.) ; fonkeling (ww.) ; geflikker (ww.) ; gefonkel (ww.) ; glans (ww.) ; glanzen (ww.) |
the shine | de schijn (m) |
shine | aan zijn ; polijsten in de zin van glanzend maken ; lichten |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `shine`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: buffEN: buff upEN: cleanEN: dustEN: flameEN: flashEN: flickerEN: gleamEN: glimmerEN: glintUitdrukkingen en gezegdes
EN: shines
NL: (Am. ) kuren, nukkenEN: rain or
shine
NL: weer of geen weerEN: take the
shine out of
NL: van zijn glans beroven NL: in de schaduw stellenEN: take a
shine to
NL: (Am.) leuk, aardig beginnen te vindenEN: shine, sir?
NL: schoenen poetsen, meneer?