Vertaal
Naar andere talen: • sale > DEsale > ESsale > FR
Vertalingen sale EN>NL

1 the act of giving something to someone in exchange for money: “the sale of a house”
verkoop

2 in a shop etc, an offer of goods at lowered prices for a short time: “I bought my dress in a sale.”
uitverkoop

3 an event at which goods are sold: “an auction sale”
verkoping

'saleroom (Zelfstandig naamwoord)

a room or building where public auctions are held: “His furniture was taken to the saleroom.”
veilinglokaal

'salesman (Zelfstandig naamwoord)

a person who sells, or shows, goods to customers in a shop etc.
verkoper

'salesmanship (Zelfstandig naamwoord)

the art of persuading people to buy things.
verkooptechniek

for sale

intended to be sold: “Have you any pictures for sale?”
te koop

sale of work

an event at which articles usually made by members of an association are sold to raise money: “a sale of work at the church.”
liefdadigheidsbazaar
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the salede opruiming (v) ; verkoping per opbod (znw.) ; de verkoping (v) ; de verkoop ; de veiling (v) ; de uitverkoop (m) ; seizoensuitverkoop (znw.) ; de seizoenopruiming (v) ; de opruimingsuitverkoop (m) ; de auctie (v) ; de afname
sale aanbieding ; vervreemding ; overdracht tegen vergoeding ; omzet ; koop ; afzet ; aftrek
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `sale`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: Dutch auction
EN: end-of-season sales
EN: mart
EN: public sale

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: sales NL: uitverkoop
EN: for (on) sale NL: te koop
EN: put up for sale NL: in veiling brengen
EN: on sale or return NL: in commissie