Vertaal
Naar andere talen: • prick > DEprick > ESprick > FR
Vertalingen prick EN>NL
to pierce slightly or stick a sharp point into: “She pricked her finger on a pin”
prikken

1 (a pain caused by) an act of pricking: “You'll just feel a slight prick in your arm.”
prik

2 a tiny hole made by a sharp point: “a pin-prick.”
prik

3 (slang, vulgar) a penis.
?????

4 (slang, vulgar) a nasty or contemptible person: “He is such a prick!”
?????

prick (up) one's ears

(of an animal) to raise the ears in excitement, attention etc: “The dog pricked up its ears at the sound of the doorbell.”
de oren spitsen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
prick (Vulgair) lul (Vulgair)
to prick steken geven (ww.) ; steken (ww.) ; prikken in (ww.) ; prikken (ww.) ; prikkelen (ww.) ; opprikken (ww.) ; opensteken (ww.) ; openprikken (ww.) ; doorprikken (ww.)
the prickde roede ; de schobbejak (m) ; de pik (m) ; de piemel (m) ; de penis (m)
prick jongeheer ; stoot ; steek ; snikkel ; schoppen ; prik ; pek ; leuter
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot


Voorbeeldzinnen met `prick`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: cut

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: pricks of conscience NL: gewetenswroeging
EN: prick a bladder NL: de onbeduidendheid van zgn. belangrijk persoon (zaak) aantonen
EN: prick in (out, off) NL: uitpoten (zaailingen)
EN: prick up one's ears NL: z'n oren spitsen