Vertalingen pique EN>NL
anger caused by one's pride being hurt: “She walked out of the room in a fit of pique.”gepikeerdheid© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the pique | de ergernis (v) ; de gegriefdheid (v) ; de geprikkeldheid (v) ; de geraaktheid (v) ; de haatdragendheid (v) ; de irritatie (v) ; de lichtgeraaktheid (v) ; de prikkelbaarheid (v) ; de rancune ; de verstoordheid (v) ; de wrevel (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `pique`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: peevishnessUitdrukkingen en gezegdes
EN: he
piques himself on his learning
NL: hij gaat trots op zijn geleerdheid