1 a kind of farm animal whose flesh is eaten as pork, ham and bacon: “He keeps pigs.”
varken

2 an offensive word for an unpleasant, greedy or dirty person: “You pig!”
zwijn

'piggy (Zelfstandig naamwoord)

a child's word for a (little) pig.
varkentje
like a pig's: “piggy eyes.”
varkens-

'piglet (Zelfstandig naamwoord)

a baby pig.
big

piggyback

pickaback

'pig'headed (Bijvoeglijk naamwoord)

stubborn: “a pigheaded idiot.”
koppig

'pig'headedness (Zelfstandig naamwoord)

koppigheid

'pigskin (Zelfstandig naamwoord)

(of) a kind of leather made from the skin of a pig: “Her purse was (made of) pigskin.”
varkensleer

'pigsty (Zelfstandig naamwoord)

1 a building in which pigs are kept.
varkensstal

2 a dirty, untidy place: “This room is a pigsty!”
varkensstal

pigswill

swill

'pigtail (Zelfstandig naamwoord)

a plait usually worn at the sides of the head: “She wears her hair in pigtails.”
vlecht

pigs might fly

said of something very unlikely to happen: “'We might have fine weather for our holidays.' 'Yes, and pigs might fly!'”
als de kalveren op het ijs dansen
© K Dictionaries Ltd.

the pig	de beer (m) ; mannetjesvarken (znw.) ; het varken ; het zwijn
pig	geus ; gieteling ; schraper ; varken ; varkens- ; zwijnen-

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.




EN: boar
EN: hog

EN: buy a pig in a poke NL: een kat in de zak kopen
EN: I'm the pig in the middle NL: ik zit tussen twee vuren
EN: be in pig NL: drachtig zijn
EN: bleed like a pig NL: bloeden als een rund
EN: pigs might fly NL: de wonderen zijn de wereld nog niet uit
EN: when pigs fly NL: met sint-juttemis
EN: please the pigs NL: (scherts.) als het de hemel behaagt
EN: he has brought his pigs to the wrong market NL: het is 'm tegengelopen NL: hij heeft op het verkeerde paard gewed