Vertalingen PRINCE EN>NL
1 a male member of a royal family, especially the son of a king or queen: “Prince Charles.”prins2 the ruler of some states or countries: “Prince Rainier of Monaco.”prins'princely (Bijvoeglijk naamwoord)1 of a prince: “princely duties.”prinselijk2 magnificent; splendid: “a princely gift.”vorstelijkprincess (Zelfstandig naamwoord)1 the wife or widow of a prince.prinses2 a woman of the same rank as a prince in her own right: “Princess Anne.”prinsesprinci'pality (Zelfstandig naamwoord)a state or country ruled by a prince.prinsdom© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the prince | de infante (v) ; de kroonprins (m) ; de kroonprinses (v) ; de pretendent (m) ; pretendente (znw.) ; de prins (m) ; succeseur (znw.) ; de troonopvolger (m) ; de troonpretendent (m) ; de vorst |
PRINCE (Afkorting) | PRINCE (Afkorting) ; Programma PRINCE |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `PRINCE`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: pretender to the throneUitdrukkingen en gezegdes
EN: Prince Consort
NL: prins-gemaalEN: prince royal
NL: kroonprinsEN: prince's metal
NL: pinsbek (koper en zink)