Vertalingen peak EN>NL
1 the pointed top of a mountain or hill: “snow-covered peaks.”piek2 the highest, greatest, busiest etc point, time etc: “He was at the peak of his career.”hoogtepunt, toppunt3 the front part of a cap which shades the eyes: “The boy wore a cap with a peak.”klepto reach the highest, greatest, busiest etc point, time etc: “Prices peaked in July and then began to fall.”een hoogtepunt bereikenpeaked (Bijvoeglijk naamwoord)having a peak: “a peaked cap.”met een klep'peaky (Bijvoeglijk naamwoord)looking pale and unhealthy: “You look peaky today.”ziekelijk© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to peak | pieken (ww.) |
the peak | het zenit ; het toppunt ; de spits ; de rotspunt (m) ; de piek ; de kruin ; het hoogtepunt ; de climax (m) ; de bergtop (m) |
peak | hoogste punt ; voornaamst ; top ; opperste ; hoogste ; hoogst haalbare ; bergspits ; hoogste waarde ; topwaarde ; topje ; top ; tip ; punt ; piekperiode ; piek ; neus ; klep |
Bronnen: Vlietstra; interglot; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `peak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: acmeEN: apexEN: best momentEN: blossomingEN: browEN: cragEN: crestEN: culminationEN: fellEN: height