1 a written or printed statement to announce something publicly: “He stuck a notice on the door, saying that he had gone home”
aankondiging

2 attention: “His skill attracted their notice”
aandacht

3 warning given especially before leaving a job or dismissing someone: “Her employer gave her a month's notice”
(voorafgaande) kennisgeving
to see, observe, or keep in one's mind: “I noticed a book on the table”
merken

'noticeable (Bijvoeglijk naamwoord)

(likely to be) easily noticed: “There's a slight stain on this dress but it's not really noticeable.”
merkbaar

'noticeably (Bijwoord)

: “This ball of wool is noticeably darker than these others.”
aanzienlijk

'noticed (Bijvoeglijk naamwoord)

(negativeunnoticed).
opgemerkt

'notice-board (Zelfstandig naamwoord)

a usually large board eg in a hall, school etc on which notices are put.
mededelingenbord

at short notice

without much warning time for preparation etc: “He had to make the speech at very short notice when his boss suddenly fell ill.”
op korte termijn

take notice of

to pay attention to: “He never takes any notice of what his father says”
aandacht schenken aan
© K Dictionaries Ltd.

to notice	zien (ww.) ; aanschouwen (ww.) ; bekijken (ww.) ; bekrachtigen (ww.) ; bemerken (ww.) ; bespeuren (ww.) ; bestempelen (ww.) ; certificeren (ww.) ; gewaarworden (ww.) ; kijken (ww.) ; merken (ww.) ; opmerken (ww.) ; signaleren (ww.) ; staren (ww.) ; turen (ww.) ; uiteenhouden (ww.) ; voelen (ww.) ; waarmerken (ww.) ; waarnemen (ww.) ; ontwaren (ww.)
the notice	de mededeling (v) ; de opheldering (v) ; de opmerking ; de toelichting (v) ; de uiteenzetting (v) ; de uitleg (m) ; de verduidelijking (v) ; de verklaring (v) ; de kennisgeving (v) ; de informatie (v) ; huuropzegging (znw.) ; de convocatie (v) ; het bericht ; bekijks (znw.) ; de aankondiging ; de aandacht
notice	onderscheiden ; mare ; aanplakbiljet ; gewaar worden ; bijsluiter ; bericht ; bekendmaking ; affiche ; advies ; aanwijzing ; (op)merken ; notificatie ; notitie ; plakkaat ; poster ; tijding ; verkondiging ; vernemen ; verwittiging ; voorbericht ; waarschuwing

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB; Antiquarian Dictionary; Vlietstra




EN: awareness
EN: become aware of
EN: catch sight of
EN: concentration
EN: consideration
EN: discern
EN: distinguish
EN: identify
EN: interest
EN: make out

EN: give notice to quit NL: de huur (dienst) opzeggen
EN: notice of assessment NL: aanslagbiljet
EN: notice of marriage NL: ondertrouw
EN: he gave short notice of NL: hij kondigde kort van tevoren aan
EN: he took no notice of it NL: hij schonk er geen aandacht aan
EN: baby takes notice already NL: baby begint al begrip te tonen
EN: at short notice NL: op korte termijn
EN: at a moment's notice NL: ogenblikkelijk
EN: come into notice NL: onder de aandacht vallen
EN: on notice NL: met opzegging
EN: it was brought to my notice NL: het werd onder mijn aandacht gebracht
EN: be under notice to leave NL: ontslagen zijn tegen bep. tijd
EN: until further notice NL: tot nadere aankondiging
EN: don't notice him NL: doe maar alsof hij er niet is