1 the power to remember things: “a good memory for details.”
geheugen

2 the mind's store of remembered things: “Her memory is full of interesting stories.”
geheugen

3 something remembered: “memories of her childhood.”
herinnering

4 the time as far back as can be remembered: “the greatest fire in memory.”
mensenheugenis

5 a part of computer in which information is stored for immediate use; a computer with 8 megabytes of memory
geheugen

'memorize (Werkwoord)

to learn (something) so well that one can remember all of it without looking: “She memorized the directions.”
uit het hoofd leren

from memory

by remembering; without using a book etc for reference: “He said the whole poem from memory.”
uit het hoofd

in memory of / to the memory of

as a reminder or memorial of: “They built a monument in memory of their dead leader.”
ter nagedachtenis aan
© K Dictionaries Ltd.

the memory	het geheugen ; geheugenis (znw.) ; de herinnering (v) ; het herinneringsvermogen ; de heugenis (v) ; de memorie (v)
memory	aandenken ; computergeheugen ; gedachtenis ; geheugen ; geheugen van microprocessor ; opslagapparaat ; opslaggeheugen ; opslagorgaan

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; Vlietstra




EN: memorandum
EN: recall
EN: remembrance
EN: reminiscence

EN: quote from memory NL: uit het hoofd citeren
EN: within living memory NL: sedert mensenheugenis
EN: in (to the) memory of NL: ter gedachtenis aan
EN: commit to memory NL: v. buiten leren
EN: to the best of my memory NL: zo goed als ik mij kan herinneren