Vertaal
Naar andere talen: • mix > DEmix > ESmix > FR
Vertalingen mix EN>NL

1 to put or blend together to form one mass: “She mixed the butter and sugar together”
mengen

2 to prepare or make by doing this: “She mixed the cement in a bucket.”
mengen

3 to go together or blend successfully to form one mass: “Oil and water don't mix.”
zich vermengen

4 to go together socially: “People of different races were mixing together happily.”
met elkaar omgaan

1 the result of mixing things or people together: “London has an interesting racial mix.”
mengsel

2 a collection of ingredients used to make something: “(a) cake-mix.”
beslag

mixed (Bijvoeglijk naamwoord)

1 consisting of different kinds: “I have mixed feelings about leaving home”
gemengd

2 done, used etc by people of different sexes: “mixed tennis.”
gemengd

'mixer (Zelfstandig naamwoord)

a person or thing that mixes; a thing which is used for mixing: “an electric food-mixer.”
mixer

mixture (Zelfstandig naamwoord)

1 the result of mixing things or people together: “a mixture of eggs, flour and milk.”
mengsel

2 a number of things mixed together and used for a given purpose: “The doctor gave the baby some cough mixture.”
mengsel

3 the act of mixing.
het mengen

'mix-up (Zelfstandig naamwoord)

a confused situation etc: “a mix-up over the concert tickets.”
verwarring

be mixed up

to be involved: “He was mixed up in that burglary / with some drug-takers.”
betrokken bij

mix up

1 to blend together: “I need to mix up another tin of paint.”
mengen

2 to confuse or muddle: “I'm always mixing the twins up.”
verwarren

3 to confuse or upset: “You've mixed me up completely with all this information.”
verwarren
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to mix verroeren (ww.) ; vermengen (ww.) ; samenschikken (ww.) ; samenmengen (ww.) ; roeren (ww.) ; mixen (ww.) ; mengen (ww.) ; melêren (ww.) ; inmengen (ww.) ; hutselen (ww.) ; husselen (ww.) ; doorslaan (ww.) ; dooreenmengen (ww.) ; door elkaar schudden (ww.) ; bemoeien (ww.)
the mixde mix (m)
MIX (Afkorting) MIX (Afkorting) ; gemengde soorten
mix bedgemeng ; zich vermengen ; zetgemeng ; wassen ; verwarren ; vermenging ; temperen ; mengsel ; menging ; mengen ; kneden ; doorlopen ; compositie ; bijmengen
Bronnen: interglot; Vlietstra; Architectural terms; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `mix`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: agitate
EN: amalgam
EN: amalgamate
EN: beat
EN: blend
EN: blending
EN: bring together
EN: combine
EN: come together
EN: complex

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: they do not mix well NL: ze kunnen niet goed met elkaar overweg
EN: mix up NL: verwarren NL: door elkaar gooien
EN: he got mixed up in it NL: hij raakte erbij betrokken