Vertalingen loud EN>NL
1 making a great sound; not quiet: “a loud voice”luid2 showy; too bright and harsh: “loud colours”opzichtig'loudly (Bijwoord)luid'loudness (Zelfstandig naamwoord)luidheid'loud-'hailer (Zelfstandig naamwoord)a simple type of loudspeaker: “The police used a loud-hailer to tell the crowd to get back.”megafoon'loud'speaker (Zelfstandig naamwoord)1 an instrument for increasing the loudness of sounds so that they can be heard further away: “The politician addressed the crowds from his car through a loudspeaker.”megafoon2 a speaker in a radio, record-player etc.luidspreker© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
loud | luid klinkend ; uit volle borst ; schreeuwerig ; schreeuwend ; rumoerig ; protserig ; protsend ; opschepperig ; oorverdovend ; luidruchtig ; luidkeels ; luid ; lawaaierig ; keihard ; joelend ; hard ; fel ; schel ; opzichtig ; luide ; harde |
Bronnen: interglot; Autowoordenboek; MWB
Voorbeeldzinnen met `loud`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: blaringEN: boisterousEN: boomingEN: brayingEN: clamorousEN: deafeningEN: deepEN: discordantEN: ear-piercingEN: ear-splitting