Vertaal
Naar andere talen: • leave > DEleave > ESleave > FR
Vertalingen leave EN>NL
to leave verlaten (ww.) ; laten (ww.) ; opbreken (ww.) ; opstappen (ww.) ; overhandigen (ww.) ; overlaten (ww.) ; smeren (ww.) ; snipperdag (ww.) ; thuisbezorgen (ww.) ; uitsparen (ww.) ; vakantie (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; in de steek laten (ww.) ; verlof (ww.) ; verlofjaar (ww.) ; verloftijd (ww.) ; vertrekken (ww.) ; verwijderen (ww.) ; weggaan (ww.) ; wegreizen (ww.) ; wegtrekken (ww.) ; wegvaren (ww.) ; zich verwijderen (ww.) ; heengaan (ww.) ; achterlaten (ww.) ; afgeven (ww.) ; afleveren (ww.) ; afreizen (ww.) ; afsteken (ww.) ; afvaren (ww.) ; bestellen (ww.) ; bezorgen (ww.) ; brengen (ww.) ; gaan (ww.)
leave afgaan ; vrijaf ; verlof ; vakantie ; toelaten ; op reis gaan ; nalaten ; loslaten ; laten varen ; laten schieten ; laten begaan
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `leave`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: be off
EN: bestow
EN: check out of
EN: confer on
EN: depart
EN: depart from
EN: disappear
EN: donate
EN: evacuate
EN: exit

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: leave of absence NL: verlof
EN: by your leave NL: met uw verlof NL: past-er-op! (verzoek om doorgang)
EN: he took (his) leave NL: hij nam afscheid
EN: be on leave NL: met verlof zijn
EN: French leave NL: afwezigheid zonder verlof
EN: take it or leave it NL: graag of niet
EN: leave it at that NL: laat het daarbij
EN: she is well left NL: er is goed voor haar gezorgd
EN: leave her to herself NL: bemoei je niet met haar
EN: leave the house on the left NL: laat het huis aan de linkerkant liggen
EN: he got left NL: (spreektaal) hij werd aan z'n lot overgelaten
EN: leave well alone NL: ga niet veranderen wat eenmaal goed is
EN: leave him alone NL: laat hem met rust, begaan
EN: leave go (of) NL: (plat) loslaten= leave hold (of)
EN: has he left word? NL: heeft hij een boodschap achtergelaten?
EN: he leaves his books about NL: laat zijn boeken slingeren
EN: the house was left away NL: het huis werd aan een ander vermaakt
EN: leave off (ww) NL: afleggen NL: uitlaten (kleren) NL: ophouden met (bijv. roken)