Vertalingen landlord EN>NL
the landlord | de kamerverhuurder (m) ; de verpachter (m) ; de verhuurder (m) ; de slotvoogd (m) ; de pensionhouder (m) ; de landheer (m) ; de landeigenaar (m) ; landbezitter (znw.) ; de kroeghouder (m) ; de kroegbaas (m) ; de kastelein (m) ; huurbaas (znw.) ; de huisheer (m) ; de huisbaas (m) ; de hospes (m) ; de herbergier (m) ; de grondeigenaar (m) ; de grondbezitter (m) |
landlord | waard ; eigenaar ; logementhouder ; huisvaderschap |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `landlord`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: HostEN: hotelierEN: innkeeperEN: managerEN: proprietorEN: tenant