just

nog maar ; alleen maar ; braaf ; daarnet ; eenvoudigweg ; eerlijk ; enkel ; juist ; kortweg ; krek ; net ; net aan ; nog maar pas ; pas ; precies ; rakelings ; rechtgeaard ; rechtschapen ; rechtvaardig ; slechts ; ternauwernood ; zojuist ; zonet ; zoëven ; okay ; alleen ; billijk ; correct ; daarjuist ; dadelijk ; eenmaal ; fair ; gewoon ; maar ; meteen ; OK ; aanstonds ; oké ; okee ; op staande voet ; pal ; rechtmatig ; schielijk ; straks ; subiet ; uitsluitend ; zo

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Wikipedia; MWB




EN: a moment ago
EN: a short time ago
EN: basically
EN: freshly
EN: in recent times
EN: lately
EN: merely
EN: newly
EN: of late
EN: only

EN: just so! NL: juist!, precies!
EN: just come here NL: kom 'ns even hier
EN: call me Peter, just Peter NL: noem me maar Piet, gewoon Piet
EN: I just managed it NL: ik heb het maar net klaargespeeld
EN: just a minute! NL: één minuutje!
EN: just a bit nervous NL: 'n klein beetje zenuwachtig
EN: the music was just splendid NL: de muziek was gewoonweg schitterend
EN: it's just possible NL: het is niet onmogelijk
EN: won't I just give it him! NL: ik het 'm niet geven!, nou!
EN: just about NL: maar net, op het kantje NL: bijna
EN: just now NL: nu NL: zo net NL: daarstraks
EN: just on a week NL: bijna een week
EN: not just yet NL: (voorlopig) nog niet